De regels van schermen zijn eigenlijk heel simpel. Doel van de sport is treffers maken, zonder zelf te worden getroffen. Het is dus een kwestie van aanval en verdediging.

Een partij begint in de ‘stelling’, ook wel ‘uitgangsstand’. Beide schermers stellen zich op achter hun stellinglijn op de ‘loper’, een baan van X meter lang en Y meter breed. De schermers mogen de volle lengte van de loper benutten. Op de laatste twee meter van de loper, krijgt de verdedigende partij een waarschuwing. De tegenstanders mogen niet van kant wisselen tijdens het schermen.
Per wapen verschilt het trefvlak. Bij floret is dat de romp (geen armen, benen of hoofd), bij degen is dat het gehele lichaam en bij sabel is dat alles boven de heup. Daarbuiten is een treffer niet geldig. Na een treffer beginnen de schermers weer op hun stellinglijn. Als het spel is stilgelegd, maar er geen treffer is geconstateerd, hervatten de schermers hun partij op de plek waar ze waren.

Een belangrijk element bij schermen is de gevechtsgang. Als schermer kun je ‘de aanval nemen’, ofwel het inzetten van de aanval. Die aanval zal vaak eerst moeten worden geweerd, voordat de opponent een tegenaanval mag plaatsen. Regelmatig starten beide schermers met een aanval en maken ze allebei een treffer. Het is dan aan de scheidsrechter om te bepalen of één van beiden het eerst de aanval nam, of dat de aanval simultaan verliep. Dan telt geen enkele treffer.
Het wapen van de aanvallende schermer kan doel missen of geweerd worden. Bij floret kan het ook zijn dat één van de schermers wel werd getroffen, maar dat dat niet gebeurde met een steek. Dan telt de treffer niet.
Zodra een aanval geen treffer oplevert, kan de opponent een tegenaanval of ‘riposte’ plaatsen. Een schermpartij is vaak een opeenvolging van acties over en weer, totdat er een treffer valt. Een partij gaat meestal om vijf treffers.

Een belangrijke rol bij schermen is weggelegd door de scheidsrechter. Er is altijd één hoofdscheidsrechter, bij ‘mechanisch’ schermen bijgestaan door vier secondanten. Bij schermvereniging Valiant leer je ook iets van het jureren bij partijen. Om te beginnen leer je de volgorde van commando’s. Van ‘prêt’ (klaar…?) en ‘allez’ (af) tot ‘halt’. Daarnaast leer je de gevechtsgang uitleggen en puntentelling. Ook leer je de acties benoemen. Van ‘riposte’ en ‘arrêt’ tot ‘parée’.

Een schermpartij gaat gepaard met de nodige ceremonie. Bij aanvang groeten de opponenten elkaar en de scheidsrechter, nog voordat ze hun masker opzetten. Tijdens de partij is het niet toegestaan te spreken onder het masker. Bij een mechanische sabelpartij wisselen de schermers van helft zodra een stand van drie treffers is bereikt. Daarbij tillen zij hun masker zover op dat zij elkaar kunnen aankijken en tikken zij boven hun hoofd tegen elkaars wapen. Aan het einde van elke schermpartij salueren de schermers opnieuw, ook nu zonder masker. Daarna drukken zij elkaar de (ongewapende) hand.